Conversieprogramma voor romeinse cijfers
Het grootste deel van ons leven worden we geconfronteerd met Arabische cijfers: ze leren ons op school en alle wiskunde die we gewend zijn, is daarop gebaseerd. Ieder van ons heeft waarschijnlijk gehoord van het bestaan van Romeinse cijfers, maar behalve op de wijzerplaat of in historische teksten komen we ze zelden tegen.
De geschiedenis van Romeinse cijfers
De opkomst van Romeinse cijfers historici verwijzen naar de periode voor Christus. Aangenomen wordt dat de inscriptie van getallen rechtstreeks verband houdt met de structuur van menselijke handen: de cijfers I-IIII (het getal IV had deze vorm vermoedelijk tot de 19e eeuw) komen overeen met het aantal vingers, het getal V lijkt op een open handpalm met vier vingers tegen elkaar gedrukt en de duim uitgestrekt, en X ziet eruit als twee gekruiste armen.
Lange tijd was deze cijferreeks voldoende voor alledaagse taken, maar met de ontwikkeling van de handel werden ook aanduidingen voor grotere getallen vereist. Zo zijn de getallen L (50), C (100), D (500) en M (1000) ontstaan. De aanduidingen van deze nummers zijn al geassocieerd met de woorden van de Latijnse taal, die werd gesproken door de oude Romeinen.
Romeinse cijfers werden tot in de late middeleeuwen in heel Europa gebruikt. Uit angst voor innovatie verzetten de Europeanen zich tegen pogingen tot numerieke hervormingen. Sommige hervormers moesten zelfs de inquisitie onder ogen zien. In de 13e eeuw slaagde de Italiaanse wetenschapper Fibonacci (Leonardo van Pisa, Leonardo Pisano) erin eerst de kring van wetenschappers en vervolgens het hele publiek te overtuigen van een aantal voordelen van Arabische cijfers, die hij tijdens een van zijn reizen ontmoette. Tegelijkertijd duurde de volledige overgang van het gebruik van Romeinse cijfers naar het Arabisch ongeveer vier eeuwen, waarin de combinatie van Romeinse cijfers met Arabisch heel normaal was voor de Europese wiskunde.
Ook in het Rus' werd voorzichtig omgegaan met het systeem van Arabische cijfers en lange tijd waren ze huiverig om het te gebruiken. Pas aan het begin van de XVII-XVIII eeuw, tijdens het bewind van Peter I, raakten Arabische cijfers wijdverspreid onder de inwoners van de Slavische landen.
De introductie van Arabische cijfers heeft de rekenkunde van berekeningen sterk vereenvoudigd. Daarom werden dankzij de overgang van de wetenschappelijke gemeenschap naar Arabische cijfers alle latere wetenschappelijke ontdekkingen op het gebied van wiskunde, natuurkunde en scheikunde mogelijk.
Zo werd de vervanging van Romeinse cijfers door Arabische cijfers het startpunt voor de technische en culturele vooruitgang van de mensheid. Het is moeilijk te geloven dat een zo vertrouwd en vertrouwd fenomeen al eeuwenlang fel wordt bestreden door mensen.
Het verschil tussen Romeinse en Arabische cijfers
Het belangrijkste voordeel dat ervoor zorgde dat Arabische cijfers Romeinse cijfers konden vervangen, is het gemak waarmee ze kunnen worden geschreven en gelezen. Om getallen met Arabische cijfers te schrijven, wordt een positioneel getalsysteem gebruikt, wat een duidelijke afhankelijkheid inhoudt van de waarde van elk cijfer van zijn positie in het getal. Dit systeem bleek veel eenvoudiger en duidelijker dan een reeks omslachtige regels die Romeinse cijfers vormen.
Interessante feiten
- In Litouwen kunnen Romeinse cijfers de dagen van de week aangeven op verkeersborden, etalages en bedrijfsborden.
- In Nederland staan Romeinse cijfers soms voor verdiepingen.
- In Italië geldt naast de voor Europeanen gebruikelijke angst voor het getal 13 ook het getal 17. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt in de graven van de oude Romeinen, waarop de inscripties VIXI stonden niet ongewoon, wat betekent "Ik heb geleefd" of "Mijn leven voorbij." Als u de inscriptie in Romeinse cijfers uitdrukt, krijgt u VI + XI = 6 + 11 = 17.
- In Cuba worden Romeinse cijfers gebruikt op munten.
- Gedurende de eeuwen dat Romeinse cijfers de standaardmanier bleven om getallen in heel Europa te schrijven, waren er verschillende uitbreidingen van het systeem ontworpen om grote getallen weer te geven, waarvan geen enkele ooit gestandaardiseerd was.
Op dit moment hebben Romeinse cijfers hun vroegere invloed en grootsheid bijna volledig verloren, maar soms zijn ze nog steeds te vinden in boeken, op gevels van gebouwen of bij het aanduiden van eeuwen. We nodigen u uit om de basisprincipes te leren van het samenstellen van een getal uit Romeinse cijfers - dit zal u zeker interessant en ongebruikelijk lijken.